-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 0
ZAP Gids Kibana
| status ❌ |
|
|---|---|
| Taal | ✅ |
| Instructies | ✅ |
| (Dead) Links | ✅ |
Wanneer je ZAP gebruikt voor het scannen van een applicatie in een testomgeving, is het vaak wenselijk om het ZAP-verkeer te onderscheiden van normaal verkeer. Door een specifieke User-Agent-header in te stellen in ZAP, kun je dit verkeer eenvoudig terugvinden en filteren in logsystemen zoals Kibana (op basis van bijvoorbeeld Elasticsearch-logs).
ZAP genereert veel verkeer en kan foutmeldingen of ongebruikelijke requests veroorzaken. Om analyses zuiver te houden en false positives in dashboards te vermijden, is het aan te raden ZAP-verkeer te markeren (met een tag) en uit te sluiten of juist te volgen in Kibana.
De User-Agent kan op meerdere manieren worden ingesteld, afhankelijk van hoe je ZAP gebruikt.
- Open ZAP.
- Ga naar Tools → Options.
- Navigeer naar HTTP Sessions of Connection → User-Agent.
- Voeg een custom User-Agent toe, bijvoorbeeld:
Je kunt ook een custom header instellen via een script of een request policy. Bijvoorbeeld via een script dat wordt opgenomen in je automation plan:
jobs:
- type: requestor
parameters:
requests:
- url: "https://example.org"
method: "GET"
headers:
User-Agent: "ZAP-Scanner/1.0"
Zodra de requests zijn gelogd met deze specifieke User-Agent, kun je in Kibana eenvoudig filteren op dit verkeer om bijvoorbeeld foutanalyses of dashboards zuiver te houden.
Alle verkeer afkomstig van ZAP:
user_agent.keyword: "ZAP-Scanner/1.0"
Verkeer uitsluiten in visualisaties of zoekopdrachten:
NOT user_agent.keyword: "ZAP-Scanner/1.0"Let op: de exacte veldnaam kan variëren, afhankelijk van de ingest pipeline of logstructuur in jouw Elasticsearch-configuratie. Veelvoorkomende velden zijn user_agent, http.user_agent of user_agent.keyword.
-
Gebruik een unieke en herkenbare User-Agent zoals
ZAP-Scanner/1.0zodat je deze eenvoudig kunt terugvinden in logs. -
Leg in je testdocumentatie of Automation Plan vast welke User-Agent wordt gebruikt.
-
Filter ZAP-verkeer standaard uit in je productiedashboards om verwarring of onterechte alerts te voorkomen.
-
Overweeg om aparte dashboards of waarschuwingen op te zetten voor ZAP-verkeer, zodat je gestructureerd inzicht hebt in bevindingen uit penetratietests.
-
Combineer de User-Agent met andere metadata (zoals IP-adres van je CI-runner) om verkeer nog betrouwbaarder te onderscheiden.